Posts

Showing posts from September, 2022

21. Mijn Amerikaanse neef

  2016 Een poosje geleden kreeg ik onverwacht bezoek van een neef uit Amerika. Hij belde op een ochtend toen Jan en ik in een ingewikkeld gesprek aan de keukentafel zaten. Jan werkt tegenwoordig, sinds de vorige rederij werd opgekocht door een enorm buitenlands bedrijf, voor een rederij waar de Nederlandse officieren steeds meer vervangen worden door Russen en Filipijnen. De Hollandse gezelligheid is verdwenen op de schepen en Jan begint het plezier in varen te verliezen. Ik werk zelf al jaren niet meer. Ik heb nog een poosje gewerkt als activiteitenbegeleider in een verzorgingshuis maar met die leidinggevenden kreeg ik ook moeilijkheden omdat er elke week wel wat aan de hand was met Peter. Mijn ouders werden te oud om elke week op te draven. Ik heb het uiteindelijk opgegeven. Het bracht ook geen geld in het laadje, die paar uur die ik kon werken.   Jan denkt er nu al een poosje over om aan de wal te gaan werken. De jarenlange zorgen om Peter beginnen ook bij hem

20. Bureau Jeugdzorg

  Op een regenachtige dag in november werden Peter en ik bij Bureau Jeugdzorg verwacht. Peter was dwars. Hij wilde niet. ‘Waarom moet ik weer naar de dokter?’ vroeg hij. ‘Het is geen dokter’, zei ik. ‘Wat is het dan?’ Gebiedend. ‘Weet ik eigenlijk niet.’ Dat was een eerlijk antwoord. Ik wist het echt niet. We waren uitgenodigd door een mevrouw die aan de telefoon geklonken had alsof ze een pakje sigaretten per dag rookte. Ze was de case-manager, had ze uitgelegd. Ik had geen idee wat dat inhield, maar ik nam aan dat het weer zo iemand was zoals die maatschappelijk werkster die we ooit op ons dak kregen. ‘Ze is een soort adviseur denk ik.’ ‘Wat gaat ze dan adviseren?’ ‘Dat weet ik niet. Als ik dat wist hoefde we er niet heen’, zei ik bijdehand tegen mijn zoon van zeven. Peter stak zijn duim in zijn mond en rolde zich op, op de bank. Dit was een slecht teken. ‘Oh nee,’ riep ik onmiddellijk iets te hard, ‘je moet mee schatje!’ Peter schurkte als antwoord dieper i

19 Werkloos

‘Mevrouw Troost, Marta, kom binnen. Ga zitten.’ Mijn baas heette me weliswaar vriendelijk welkom maar tegelijkertijd keek hij wat schichtig om zich heen en ik zag zweetdruppeltjes op zijn bovenlip. Dat heb ik altijd een merkwaardige plek gevonden om te zweten. Ongetwijfeld geheel ten onrechte verbind ik tegenwoordig zweet op de bovenlip onwillekeurig met een stiekem karakter. Dat komt door dit gesprek met mijn baas denk ik. Het kantoor had sinds mijn oude baas was vertrokken een ware metamorfose ondergaan. De gezellig donkerbruine zestiger-jaren meubels hadden plaats gemaakt voor een kille, dure, zakelijke inrichting. Mijn baas was ongeveer even oud als ik. Misschien iets jonger zelfs. Hij had gestudeerd. Bert, mijn oude baas had het me verteld. Zelf had Bert jaren in de zorg gewerkt voordat hij de manager werd van dit verzorgingshuis. ‘Maar dat willen ze niet meer’, had hij me wat mismoedig uitgelegd. ‘Ze willen rekenwonders. Snelle jongens die voor het geld gaan.’ Ik heb Bert nog o

18 De verwijzing

    Ik moest formulieren invullen voor de aanvraag Weer Samen naar School. Ik moest toestemming geven aan WSNS om dossiers op te vragen van Peter bij instanties die hem hadden onderzocht. Peter was op dat moment niet onderzocht. Hoogstens bij die orthopedagoge, die zijn IQ had getest. Maar daar vroegen ze niet naar. Ik sprak de dame met de zware schoudertas uiteindelijk bij mij thuis. Toen ze er zat, aan mijn eettafel, en ik haar geïnteresseerd rond zag kijken, bedacht ik mij ineens dat ik mij had voorgenomen nooit meer zo iemand in mijn huis te laten. Ik dankte de hemel dat ik net had opgeruimd en had gestofzuigd. Peter was naar school. Het was maandag. Dan lukte het meestal wel. Alles was goed. Kinderen naar school. Moeder in een schoon huis zette koffie voor het bezoek. Ik had vrij moeten nemen van werk. Dat wel. Mijn oude baas was met pensioen en de nieuwe begon zich te ergeren aan mijn frequente noodsituaties. Maar ik kon deze afspraak niet nog eens weken opsch